Domino's is een bordspel van Chinese oorsprong, waarbij 28 stukken worden gebruikt (in het geval van een "dubbel-zes" spel). Het wordt meestal gespeeld door twee, drie of vier personen. Net als bij kaarten zijn er veel variaties van het spel. De onderstaande uitleg geeft enkele voorbeelden. Maar de echte oorsprong blijft mysterieus, aangezien anderen beweren dat het oudste dominospel werd gevonden in het graf van Toetanchamon. Elke speler ontvangt 7 domino's of 6 domino's, afhankelijk van het aantal deelnemers aan het spel (7 domino's voor 2 spelers, 6 domino's voor 3 of 4 spelers). Pas op! De domino's moeten worden verdeeld met de punten verborgen. De rest van de domino's dienen als een stapel om van te trekken. De speler met de hoogste dubbel (dus dubbel 6) begint het dominospel. Als niemand deze domino bezit, zal het de speler zijn met de sterkste dubbel. De volgende speler in de beurt moet een domino plaatsen met hetzelfde aantal punten aan ten minste één kant van de eerder geplaatste domino. Voorbeeld: als de geplaatste domino 3 en 2 punten heeft, moet de volgende speler noodzakelijkerwijs een domino plaatsen met een zijde 2 of 3. Als de speler een passende domino heeft, plaatst hij deze na de domino. Anders trekt hij een domino en slaat zijn beurt over. Naarmate het spel vordert, vormen de domino's een ketting. Om het spel te winnen, moet je gewoon de eerste speler zijn die al je domino's plaatst. Het spel kan geblokkeerd raken. Dan wordt de speler met de minste punten tot winnaar uitgeroepen.